Het probleem is dat de rechtsspraak een protocol volgt dat vaak niet overeenkomt met het in brede kringen bestaande rechtsgevoel. Daardoor ontstaat onvrede.
Het verbaast ons daarom niet dat de laatste jaren vele nieuwe claims ingediend werden (en soms werden toegekend). Enkele voorbeelden:
Misstanden in de Jeugdzorg vanaf 1945
Na excuses ook compensatie voor slachtoffers geweld en misbruik jeugdzorg.

Driekwart van de kinderen die tussen 1945 en nu in de jeugdzorg hebben gezeten, heeft daar te maken gehad met fysiek, seksueel of psychisch geweld of is daar getuige van geweest. In de meeste gevallen was het psychisch geweld. Het fysieke geweld nam in de loop van de tijd af, maar het psychische geweld niet. Zo’n tien procent zegt fysiek of psychisch geweld vaak of zeer vaak te hebben meegemaakt.
Het geweld werd gepleegd door leiders, pleegouders en andere kinderen. De kinderen werden onvoldoende beschermd; gebrekkig overheidstoezicht was daarvan een van de oorzaken.
Dat concludeert de Commissie Onderzoek naar Geweld in de Jeugdzorg, geleid door hoogleraar pedagogiek Micha de Winter. De commissie met zeven hoogleraren werd gevormd in juli 2015 op verzoek van toenmalig staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven. In vier jaar interviewde de commissie duizend mensen die in een pleeggezin of jeugdzorginstelling hebben gezeten en deed daarnaast uitgebreid archief- en literatuuronderzoek.
Tot 5.000 euro schadevergoeding voor slachtoffers jeugdzorg

Ons commentaar op deze schadevergoeding:
Er kan aanspraak worden gemaakt op een bedrag van maximaal 5.000 euro. Een laag bedrag als je bedenkt dat het hierbij gaat om een jeugd vol geweld waarvoor de overheid verantwoordelijk was en die verantwoordelijkheid ook heeft genomen gevolgd door een leven met traumatische herinneringen.
Maar erger nog, alvorens in aanmerking te komen voor een schadevergoeding, moet je kunnen aantonen dat je slachtoffer bent geweest van ernstig geweld in de jeugdzorg.
Dat aantonen van ‘ernstig letsel‘ zal nog niet meevallen en ik vraag mij bovendien af of mensen voor dit schamele bedrag dit nog een keer willen doorleven. Voor een diagnose van ‘ernstig letsel’ op het psychische vlak moet de diagnose PTSS zijn gesteld. Als je het geluk had om geen PTSS te ontwikkelen kom je dus niet in aanmerking voor een schadevergoeding. Hierop lijkt mij van toepassing de termen: bureaucratisch en kil.
Opnieuw een traumatische fase in het leven van deze mensen.
Ik heb met deze mensen te doen en schaam mij voor Nederland.
Misbruikslachtoffer Jeannette (68) wachtte op de redding die nooit kwam

“We hebben in andere vergelijkbare gevallen precies hetzelfde gehandeld.“
Dat is een interessante uitspraak voor andere slachtoffers die door het Schadefonds op soortgelijke gronden zijn afgewezen. Want als De Geus van de rechter gelijk krijgt, kan de Nederlandse staat meer rechtszaken verwachten. “Dat zou inderdaad een groot probleem zijn”, aldus De Groot van het Schadefonds.
In 2017 vertelde De Geus over het gesprek met de voogdes op een hoorzitting bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Ze was een van de honderden slachtoffers die naar voren stapten na het onderzoek van de commissie Samson naar seksueel misbruik in de jeugdzorg. De Geus hoopte erkenning en genoegdoening te krijgen. Maar na drie gesprekken, die in haar woorden “respectloos, slordig en amateuristisch” zijn verlopen, wees het fonds haar claim af, zonder dat ze in beroep kon.
Advocaat Bert Oude Middendorp zegt dat zijn cliënt niet alleen volledige erkenning wil, maar ook een schadevergoeding. Hij laat weten dat de claim om “tonnen” zal gaan.
Maar het gaat De Geus niet alleen om compensatie, laat ze zelf weten. “Ik wil vaststellen dat de pogingen van de staat om slachtoffers erkenning te bieden geen effect sorteren. De overheid is niet aanspreekbaar als dingen misgaan. Ik wil dat de staat verantwoordelijkheid neemt in woord en daad. En bovendien hoop ik bij te dragen aan preventie, zodat kinderen niet langer blootgesteld worden aan misstanden die ik en vele anderen hebben ondergaan.”
De overheid is niet aanspreekbaar als dingen misgaan.
Advertentie rechtsherstel voor huiseigenaren (2017)

Als men dezelfde procedure gaat volgen die na de oorlog in Nederland gebruikelijk was levert dat opnieuw teleurstelling en frustratie op voor de oorspronkelijke eigenaren.
Deze moet dan gaan onderhandelen met de huidige eigenaar om in redelijkheid en billijkheid een compromis te vinden.
Dat lijkt wel mooi, maar is een ramp voor de oorspronkelijke eigenaar. Nadat hij tientallen jaren zijn eigendom kwijt was moet deze nu een deel van de huidige waarde/prijs aan de nieuwe eigenaar gaan betalen.
Wat als de oorspronkelijke eigenaar dat geld helemaal niet heeft? Mogelijk zelfs geen geld om een advocaat te betalen?
Nederland staat in deze procedure alleen. In Frankrijk wordt het eigendom gewoon terug gegeven. De huidige eigenaar moet dan in discussie met de vorige eigenaar, niet met de oorspronkelijke.
‘Miljardenschuld weggemoffeld’

De kwestie draait om 82.000 voormalige militairen en ambtenaren in Nederlands-Indië. Tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) hebben ze geen salaris noch pensioenopbouw gekregen. Over uitbetaling daarvan wordt al decennialang gesteggeld. Het ging destijds om 1,3 miljard gulden, zo’n 16.000 gulden per persoon. Inmiddels is de totale schuldenlast omgerekend naar nu zo’n 5,7 miljard euro, ofwel: 70.500 euro per persoon, exclusief rente.
Nederland weigert aansprakelijkheid. De staat beroept zich op een arrest van de Hoge Raad in 1956, waarin staat dat alle financiële verplichtingen zijn overgedragen aan Indonesië, de rechtsopvolger van Nederlands-Indië. Dat is bij de soevereiniteitsoverdracht in 1949 vastgelegd in een vermogensbalans.
Backpay
Uit archiefonderzoek van onderzoeksjournalist Griselda Molemans blijkt dat dit nooit gebeurd is. Uitbetaling van de achterstallige salarissen, de ‘backpay’, ontbreekt op de vermogensbalans. ,,Indonesië kan helemaal niet aansprakelijk worden gesteld. In de onderhandelingen staat nergens dat die schuldverplichting is overgedragen’’, zegt Molemans. ,,En er staat letterlijk dat Indonesië alleen schulden hoeft over te nemen waar de republiek belang bij heeft. Daarmee heeft Nederland een vrijbrief gegeven om de achterstallige salarissen niet te betalen. Dat is de hoogste trede van bedrog.’’
Het zelfbeeld van een louter goed Nederland

Als de premier eindelijk excuses heeft gemaakt voor het overheidshandelen tijdens de Tweede Wereldoorlog, is steun betuigen niet moeilijk meer. Goed zijn na de oorlog kan iedereen. Goed zijn tijdens de oorlog is van een andere orde.
De Duitse journalist Sebastian Haffner (1907-1999) schetste in zijn schitterende nagelaten memoires (Geschichte eines Deutschen – Die Erinnerungen 1914-1933) dat mensen, inclusief hijzelf, het nazisme al begonnen te verdringen toen het ergste nog moest komen. Het besef dat dit vanaf 1933 fout zou gaan, dat het fout was, leefde ook in hem. Maar hij zag hoe zijn land zwichtte, en stelde achteraf ontzet vast dat hij daarna nog gewoon met zijn vriendin uit eten ging, of naar de film, of dansen.
Nederland deed er 75 jaar over om te erkennen dat de overheid in oorlogstijd niet de rechtschapenheid zelve was. Blijkbaar was ik de enige – maar ik dacht eigenlijk dat premier Kok in 2000 deze excuses al had gemaakt. Pas nadat minister-president Rutte dit zondag alsnog deed, las ik terug dat de verontschuldigingen twintig jaar eerder alleen maar om de „kille ontvangst’’ van Joodse overlevenden in 1945 ging.
Dus zelfs in 2000, bij het begin van de nieuwe eeuw, stond de staat nog niet open voor zijn rol als bediende van de nazi’s. Het zelfbeeld van een louter goed Nederland, land van slachtoffers en verzetsstrijders, mocht blijkbaar niet wankelen.
De gevolgen waren niet gering. In 2000 verscheen ook Paul Scheffers NRC-essay over het multiculturele drama. De krant bracht zaterdag een fraaie schets van de stand van het land twintig jaar later.
Het herinnerde me eraan dat Scheffers stuk destijds in het bijzonder een bericht voor links was: rechts had het al tien jaar over dit thema. Vooral staan me de bokkige PvdA’ers bij die Scheffer hierna uitmaakten voor xenofoob of racist zonder oog voor de geschiedenis. Ook dat hoorde bij dat overspannen zelfbeeld. PvdA-prominent Marcel van Dam die Pim Fortuyn uitmaakte voor ‘minderwaardig mens’: het was de toenmalige manier om goed na de oorlog te zijn. Eén met het verzet, voor altijd.
Je kunt dit afwijzen, of juist begrijpen, maar mij lijkt vooral van belang dat het, net als Ruttes uitspraken van zondag, laat zien hoe oorlog het zelfinzicht van mensen en overheden decennia kan aantasten. Een oefening in nederigheid.
Je zou natuurlijk willen dat elke Nederlander goed zou zijn mocht het onverhoopt weer oorlog worden. Maar als een land 75 jaar nodig heeft om tekortkomingen van de eigen overheid onder ogen te komen, denk je ook: laten we geen al te hoge verwachtingen van onszelf hebben, misschien dat het dan meevalt.
Mijn commentaar
De reactie van onze toenmalige Minister-President Wim Kok uit het jaar 2000 gaat veel verder dan alleen de kille ontvangst van de terugkerende joden na WOII.
Er was een sterke polarisatie opgetreden tussen goed en fout. Iedereen wilde goed geweest zijn, het liefst door in het verzet te hebben gezeten. Wie ook maar enige verdenking op zich had geladen, kreeg met deze kilte te maken. Met op zijn minst onbegrip en in het ergste geval met vervolging.
Aan deze polarisatie wilde de regering in het jaar 2000 een einde maken. Er diende meer coulance te worden betracht in het rechtsherstel en het argument van verjaring diende niet te worden gebruikt om een claim af te wijzen.

Waarom zijn deze excuses zo laat gekomen?
Het antwoord lijkt mij dat de politiek er tot recent niet klaar voor was. Als je de politiek ziet als uiting van de mening van de meerderheid van de bevolking lijkt het erop dat Nederland (wij Nederlanders) er niet klaar voor waren.
Daarvoor heb ik twee argumenten (het ene is emotioneel en het andere rationeel):
Het eerste argument is dat wij al die jaren kennelijk niet in staat waren naar deze periode met een neutrale bril te kijken. Hierdoor kon er onvoldoende worden gedaan met het onrecht dat mensen in die periode is overkomen. Niet goed, maar nog enigszins begrijpelijk.
Het tweede argument is dat het risico op hoge kosten vanwege claims en restitutie na zoveel jaren sterk is afgenomen. Een beroep op verjaring heeft steeds meer kans van slagen. Voor mij is dat opportunisme.
Niet goed en geheel onbegrijpelijk en dus beschamend.

Artikel geplaatst in de NRC van februari 2020.
Opvallende delen van dit stuk zijn de enorme aantallen jonge vrouwen die slachtoffer zijn geworden van de dwangarbeid binnen de kloosters van de Goede Herder. De aantallen spreken over ruim 15.000 vrouwen en meisjes die tussen 1860 en 1978 in Nederland onder dit onrecht geleden hebben.
De Ierse regering heeft na onderzoek zijn verantwoordelijkheid genomen en compensatie betaald.
De zusters van de Goede Herder in Nederland hebben recent wel excuses aangeboden, maar de congregatie weigert een schikking.
De Nederlandse regering kondigde aan daarnaast ook ondersteuning van de overheid te gaan geven.
Maar of dat ook gaat gebeuren?